Tweede Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Smeulders (GroenLinks) hebben het initiatiefwetsvoorstel Werken waar je wil ingediend voor internetconsultatie. Het voorstel moet de positie van de werknemer om een werkplek te kiezen verstevigen.
Tweede Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Smeulders (GroenLinks) hebben het initiatiefwetsvoorstel Werken waar je wil ingediend voor internetconsultatie. Het voorstel moet de positie van de werknemer om een werkplek te kiezen verstevigen.
Het voorstel beoogt de Wet flexibel werken (WFW) te wijzigen. De wijziging houdt in dat een werkgever een verzoek van een werknemer tot aanpassing van de arbeidsplaats op dezelfde manier behandelt als andere verzoeken die de werknemer kan doen op grond van de WFW, namelijk een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur of werktijden. Dit brengt met zich mee dat de werkgever het verzoek van de werknemer in principe moet accepteren, tenzij er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen om dit niet te doen. De initiatiefnemers willen met het wetsvoorstel een duidelijk wettelijk kader scheppen voor de keuze van de arbeidsplaats.
Werknemers willen ook na coronacrisis meer thuiswerken
Het wetsvoorstel komt voort uit het feit dat door de coronacrisis op verzoek van het kabinet veel mensen thuiswerken. Werknemers geven aan ook na de coronacrisis vaker thuis te willen werken. Zij denken daarbij vooral aan een afwisseling van werken vanuit huis en op de werklocatie. Voor de werkgever betekent het thuiswerken dat hij moet zorgdragen voor een goed ingerichte thuiswerkplek die voldoet aan de eisen van de Arbowet. Daar staat tegenover dat hij door thuiswerken kan besparen op reiskostenvergoedingen. Voor de werknemer kan thuiswerken leiden tot hogere kosten voor bijvoorbeeld energie. Dit kan de werkgever compenseren door de werknemer een thuiswerkvergoeding te betalen.
Werkgever mag verzoek om wijziging arbeidsplaats niet weigeren
Voor een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats geldt nu niet dat de werkgever het verzoek van de werknemer alleen kan afwijzen als zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. De WFW stelt dat de werkgever het verzoek van de werknemer moet overwegen en over de afwijzing met de werknemer moet overleggen. De Kamerleden willen de WFW op dit punt aanpassen. Iedereen kan tot en met 18 december 2020 reageren op de internetconsultatie. Daarna kan het initiatiefwetsvoorstel ter stemming naar de Tweede en Eerste Kamer worden verstuurd. De beoogde ingangsdatum van het voorstel is niet bekend.
Bron: HR Rendement