Pas op met reserveringen voor transitievergoeding

transitievergoedingAls de administratie besluit om een voorziening op te nemen, kan dat altijd getoetst worden door de rechter. De rechter gebruikt daar het zogeheten ‘Baksteenarrest’ voor. Daarin staan 3 criteria.

Ten eerste kan een voorziening alleen worden gevormd voor toekomstige uitgaven. Maar alleen als die uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden voorafgaand aan de balansdatum. Ten tweede moeten de uitgaven ook aan de eerdere periode kunnen worden toegerekend (ook bekend als het matchingbeginsel). Als laatste moet er een redelijke mate van zekerheid bestaan dat de uitgaven zich zullen voordoen. Het is wel mogelijk een voorziening te vormen ten behoeve van de belanghebbende. Maar dat wordt beoordeelt door het verwijzingshof.

Voorziening ‘transitievergoeding’

Een werkgever had een voorziening van bijna 80.000 euro opgenomen onder de post ‘overige voorzieningen’ met de omschrijving ‘transitievergoeding’ in zijn aangifte voor 2014. Dat deed hij met het oog op de per 1 juli 2015 geldende Wet Werk en Zekerheid. Hij voorzag dat een of meer van zijn medewerkers hoogst waarschijnlijk vroegtijdig (voor de pensioendatum) zouden vertrekken. Dat is immers de huidige arbeidsmoraal. Nog maar weinig mensen werken hun hele leven bij dezelfde werkgever. Daarom steltde hij dat op 31 december 2014 een redelijke mate van zekerheid bestond dat hij die werknemers een transitievergoeding zou moeten verstrekken. Maar de belastingdienst was het er niet mee eens. De zaak kwam voor de rechter en ook die besloot dat deze voorziening, op deze manier, niet kan. Daarvoor werd verwezen naar het Baksteenarrest.

Waarom geen reservering voor transitievergoeding?

De rechter oordeelde dat er op 31 december (nog) geen redelijke mate van zekerheid bestond dat de ondernemer in de toekomst voor een of meer van zijn werknemers een transitievergoeding zou moeten betalen zijn. Daarmee heeft de werkgever niet voldaan aan de derde voorwaarde van het Baksteenarrest voor het vormen van een voorziening. Alleen omdat de maatschappelijke trend is dat werknemers niet meer hun hele leven bij dezelfde werkgever werkzaam zijn, is niet voldoende op grond daarvan te oordelen dat er wel aan die voorwaarde is voldaan. De belastingdienst heeft de voorziening ‘transitievergoeding’ terecht geweigerd.

Wanneer wel?

Alleen als de werkgever weet dat er in de toekomst een arbeidsovereenkomst eindigt of afloopt, is een reservering voor de transitievergoeding toegestaan. Dat kan zijn in verband met een geplande reorganisatie of omdat een specifiek ontslag is aangevraagd. Omdat het niet mogen hebben van een dergelijke reservering kleinere ondernemingen in de problemen kan brengen, bestaat er wel een overbruggingsregeling.

Bron: Salarisnet.nl