Nachtdienst duurt een uur langer door wintertijd

In de meeste organisaties zal het niet aan de orde zijn, maar als er werknemers in de nacht van zaterdag 26 oktober op zondag 27 oktober aan het werk zijn, is het voor werkgevers zaak om er rekening mee te houden dat hun dienst door het ingaan van de wintertijd een uur langer duurt dan normaal. Daar moet wel wat tegenover staan!

Als de werkgever aan werknemers die aanstaande zaterdag nachtdienst hebben, de normale uren uitbetaalt – zonder verder iets af te spreken – zal hij hier zeker klachten over krijgen. Door de komst van de wintertijd werken deze werknemers immers een extra uur, aangezien de klok om 03:00 uur terug naar 02:00 uur wordt gezet. Vaak betalen organisaties bovendien toeslaguren voor het werken van nachtdiensten, dus ook daar hebben de werknemers recht op voor dat extra uur.

Dienst verkorten of compenseren

Er zijn diverse manieren om dit op te lossen.

  1. De dienst een uur verkorten; in plaats van bijvoorbeeld een dienst van 23:00 tot 07:30 uur, werken werknemers een dienst vanaf 24:00 uur of tot 06:30 uur. Op die manier is het uitbetalen van de normale uren geheel gerechtvaardigd. De diensten moeten dan natuurlijk nog wel netjes op elkaar aansluiten.
  2. Werkt uw organisatie met vaste diensten, dan is het niet praktisch om de start- of eindtijd voor één keer overhoop te gooien. Het is dan handiger om met de betreffende werknemers af te spreken dat zij niet alleen deze dienst vervullen, maar ook de nachtdienst in het laatste weekend van maart, als de zomertijd begint. Het uur dat ze nu te weinig krijgen, krijgen ze dan immers uitbetaald zonder ervoor te hoeven werken. Een werknemer zal hier alleen mee instemmen als hij heel zeker weet dat hij tegen die tijd nog voor uw organisatie werkzaam zal zijn.
  3. Vaak is de eenvoudigste oplossing om één uur – inclusief toeslag voor werken op ongebruikelijke uren – extra te betalen aan de werknemers, en om in het voorjaar het omgekeerde te doen. Op die manier is de zaak in één klap naar waarheid verwerkt en schiet niemand erbij in.

Bron: Rendement