Vragen over: wel of geen cao

Ruim 80% van de Nederlandse werknemers valt onder een cao. Het betekent dat bij ongeveer één op de vijf werknemers de arbeidsvoorwaarden op een andere manier worden vastgelegd. Daarbij speelt ook de ondernemingsraad (OR) een belangrijke rol.

Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een overeenkomst waarin afspraken over de arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd die gelden voor een grote groep mensen. Veel organisaties zijn aangesloten bij een cao (bedrijfstak-cao) of hebben een eigen cao (ondernemings-cao).

De werkgever heeft geen cao. Wat nu?

Is er geen cao, dan kiezen sommige werkgevers ervoor om een aantal arbeidsvoorwaarden vast te leggen in een arbeidsvoorwaardenreglement (avr) of om de individuele arbeidsovereenkomst uit te breiden. Bij een aantal arbeidsvoorwaarden heeft de OR sowieso instemmingsrecht (artikel 27, lid 1 WOR), zoals de vakantieregeling, arbeids- en rusttijdenregeling of regelingen op het gebied van de pensioenovereenkomst. Voor de overige arbeidsvoorwaarden kan de bestuurder de OR vragen om instemming om zo het draagvlak voor bijvoorbeeld een avr te vergroten. De bestuurder moet in dat geval de bevoegdheden van de OR uitbreiden (artikel 32 WOR). Het is dan vervolgens aan de OR om dit te accepteren of niet. Zijn de voorwaarden eenmaal vastgelegd, dan moet de OR ook de naleving van de regelgeving stimuleren (artikel 28, lid 1 WOR).

De looptijd van de cao is voorbij. Is de cao dan nog geldig?

Ja. Een cao wordt afgesloten voor een bepaalde periode, meestal één of twee jaar. In de praktijk is de nieuwe cao niet altijd rond als de oude cao afloopt. De bepalingen uit de oude cao blijven dan gewoon van kracht. Dit heet nawerking. In de tussentijd kunnen de werkgever en werknemer wel nieuwe arbeidsvoorwaarden overeenkomen. Echter, op het moment dat de nieuwe cao ingaat, komen deze afspraken uit de overgangsperiode weer te vervallen als ze in strijd zijn met de nieuwe bepalingen. De OR is niet betrokken bij het opstellen van een nieuwe cao. Die onderhandelingen vinden meestal plaats tussen de werkgevers(organisaties) en de vakbond(en). Als de cao afspraken op hoofdlijnen bevat, vult de werkgever de bepalingen in overleg met de OR verder in. Dankzij het instemmingsrecht en adviesrecht kan de OR hier veel invloed op uitoefenen. Hierna moet de OR bevorderen dat de werkgever de cao ook echt naleeft. Gebeurt dit niet, dan kan de OR de vakbond inschakelen.

Mijn werkgever is niet aangesloten bij de bedrijfstak-cao. Mag dat?

Ja. Voor bepaalde bedrijfstakken, zoals de sector Metaal en Techniek, Ziekenhuizen of Supermarkten, zijn de collectieve afspraken tussen werkgevers en werknemers vastgelegd in een bedrijfstak-cao. Bij een bedrijfstak-cao kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de cao algemeen verbindend verklaren (AVV). De cao is dan ook van toepassing op organisaties die  niet tot de cao-partijen behoren, maar wel onder de bedrijfstak vallen. Grotere organisaties hebben vaak een eigen cao waarin de afspraken tussen de werkgever en werknemers zijn vastgelegd, de ondernemings-cao. Overigens komt een zogeheten raam-cao steeds vaker voor. In zo’n cao staan alleen de basisafspraken vastgelegd en is er nog veel ruimte voor een eigen invulling. De werkgever bepaalt dan in overleg met de OR de verdere invulling van de arbeidsvoorwaarden voor de organisatie.

Bron: HR Rendement