Naar aanleiding van een controle legde de inspecteur aan schildersbedrijf BV X over 2008-2012 een naheffingsaanslag LB op met een boete van uiteindelijk € 3.000 met betrekking tot geschenken, kleding, vaste kostenvergoeding voor een directielid en afdrachtvermindering onderwijs. BV X had voor 2011 en 2012 nog niet gekozen voor de WKR, zodat de tot 1 januari 2011 geldende regels van toepassing waren. Rechtbank Gelderland vernietigde de correcties voor de geschenken voor de feestdagen en de afdrachtvermindering, maar liet de naheffingsaanslag voor de kledingkosten en kostenvergoeding in stand. Met betrekking tot de geschenken ging het over de aankopen in 2010 van: 90 relatiegeschenken (€ 29,95 per stuk), 50 chocoladeletters (€ 7,20 per stuk) en 22 banketstaven (€ 3,60 per stuk). Volgens de inspecteur had BV X aan haar werknemers voor Sinterklaas en Kerst een geschenk aangeboden van € 40 per werknemer waarover loonheffing moest worden afgedragen. De Rechtbank vond echter dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de relatiegeschenken ook aan de werknemers waren verstrekt. De Rechtbank ging er vanuit dat de werknemers alleen een chocoladeletter en een banketstaaf hadden ontvangen waarvan de waarde gezamenlijk minder dan € 25 bedroeg. Voor deze attenties kon BV X een beroep doen op de regeling voor kleine geschenken in het besluit van 5 juli 2011. De Rechtbank verwierp de stelling van de inspecteur dat deze regeling alleen zou gelden voor werkgevers die de WKR toepasten. Hieraan deed niet af dat deze regeling was opgenomen in een paragraaf over de WKR.
Bron: Fiscaal up to date