Per 1 januari 2021 wijzigingen in regels voor personeel

2021Na een turbulent jaar staat 2021 voor de deur. Dit nieuwe jaar brengt diverse wijzigingen in de wet- en regelgeving op personeelsgebied met zich mee. Waar moeten werkgevers voor 2021 rekening mee houden?

Het kabinet voerde per 1 januari 2020 veel belangrijke wijzigingen door in de wet- en regelgeving voor personeel en arbeid, vooral via de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Wat dat betreft verloopt de jaarwisseling nu rustiger. Toch zijn er allerlei (kleinere) wijzigingen per 1 januari 2021 waar de werkgever van op de hoogte moet zijn en waarvoor hij misschien actie wil ondernemen.

De personeelsgerelateerde wijzigingen per 1 januari 2021:

  • Het voorstel voor de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen zorgt voor fiscaal gunstigere regels voor eerder uittreden. De Eerste Kamer moet nog over het wetsvoorstel stemmen. Dat gaat niet vóór 2021 gebeuren, maar het kabinet regelt dat organisaties met terugwerkende kracht per 1 januari 2021 van de regels gebruik kunnen maken.
  • De vrije ruimte van de WKR wordt verlaagd. Over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom is de vrije ruimte 1,7% en over het deel van de loonsom boven € 400.000 gaat het om 1,18%.
  • Voor de onbelaste vaste reiskostenvergoeding vervalt de tijdelijke uitzondering van 2020 (update 21-12-20: het kabinet heeft besloten de tijdelijke uitzondering met in ieder geval een maand te verlengen, tot 1 februari 2021).
  • Het tweede tijdvak van de NOW 3.0 begint en zal nog voortduren tot en met maart 2021.
  • Payrollkrachten krijgen op basis van de WAB recht op een adequate pensioenregeling.
  • Bij UWV is een compensatie aan te vragen voor transitievergoedingen die worden betaald bij bedrijfsbeëindiging vanwege pensionering of overlijden van een kleine werkgever.
  • Een oproepkracht moet voortaan binnen een maand laten weten of hij een aanbod voor een vaste arbeidsomvang accepteert.
  • De maximale transitievergoeding stijgt naar € 84.000.
  • Pensioenverlagingen zijn minder snel aan de orde door een vrijstellingsregeling.
  • De BIK biedt een organisatie korting op de loonheffing bij grote investeringen.
  • De hoge WW-premie daalt naar 7,7%. De lage WW-premie is vijf procentpunt minder: 2,7%.
  • De tijdelijke uitzondering voor herziening van de WW-premie bij overwerk loopt nog door.
  • Het wettelijk minimumloon is vanaf 1 januari € 1.684,80 bruto per maand bij een fulltime dienstverband en een leeftijd van minimaal 21 jaar.
  • De inkomstenbelasting gaat omlaag, waardoor werknemers meer loon over kunnen houden.
  • Vanaf 1 januari geldt voor alle buitenlandse werknemers dat zij maximaal vijf jaar van de 30%-regeling kunnen profiteren voor onbelaste vergoedingen.
  • Werknemers met schulden worden geholpen door verbeteringen rond het loonbeslag.
  • De bijtelling voor de auto van de zaak zonder CO2-uitstoot gaat omhoog, naar 12%.
  • De gerichte vrijstelling voor studiekosten is ook toepasbaar voor ex-werknemers.
  • Het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak wordt structureel beschikbaar.
  • De bedragen van het lage-inkomensvoordeel gaan iets omlaag.
  • Een Wajonger die (meer) gaat werken, moet een gelijk of hoger inkomen krijgen.
  • De AOW-gerechtigde leeftijd blijft wel onveranderd: 66 jaar en vier maanden.

Zie voor meer informatie over de overgang naar 2021 de eindejaarstips van Rendement.

Bron: HR Rendement