Ouderschapsverlof – alle regels op een rij

Een werknemer heeft recht op ouderschapsverlof voor een kind tot 8 jaar. De werknemer mag zelf bepalen hoe en wanneer hij het verlof opneemt. Sinds 1 januari 2015 heeft de werknemer na de bevalling van de partner recht op 3 dagen ouderschapsverlof (partnerverlof).

Voor ouderschapsverlof gelden de volgende regels:

  • De werknemer kan ouderschapsverlof opnemen voor kinderen tot 8 jaar.
  • Voor elk kind kan hij apart ouderschapsverlof opnemen.
  • Beide ouders hebben recht op ouderschapsverlof.IMG_0424 copy
  • Bij een tweeling heeft de werknemer recht op 2 keer ouderschapsverlof.
  • De werknemer kan ouderschapsverlof bij de werkgever aanvragen zodra hij in dienst is.
  • De werknemer kan ouderschapsverlof krijgen voor het kind, adoptiekind of erkend kind.
  • De werknemer kan ook ouderschapsverlof opnemen voor het pleegkind, stiefkind of aspirant-adoptiekind. Het kind moet dan wel bij u wonen volgens de basisregistratie personen.

Aanvragen en opnemen
Sinds 1 januari 2015 mag de werknemer zelf bepalen hoe en wanneer hij ouderschapsverlof opneemt. De werknemer geeft dit aan in de aanvraag die hij bij de werkgever indient.
De werknemer vraagt het ouderschapsverlof schriftelijk aan bij de werkgever. Hij doet dit ten minste 2 maanden voordat het verlof ingaat.
De werkgever mag in principe de aanvraag om ouderschapsverlof niet weigeren. Hij mag dat alleen als het verlof het bedrijf ernstig in de problemen brengt. In dat geval spreekt de werkgever een andere verdeling van de verlofuren met de werknemer af.

Partnerverlof
Na de bevalling van de partner heeft de werknemer recht op 3 dagen ouderschapsverlof (partnerverlof). De werkgever mag dit verlof niet weigeren. Deze 3 dagen verlof komen bij de 2 dagen kraamverlof waarop de werknemer recht kan hebben.
Het partnerverlof kan de werknemer direct na het kraamverlof opnemen. De werknemer kan het verlof ook later opnemen. Dit doet hij binnen 4 weken nadat de baby thuis is geboren. Of binnen 4 weken nadat de baby is thuisgekomen uit het ziekenhuis.
Als de werknemer het verlof opneemt, gaat het af van het tegoed aan ouderschapsverlof.

Stopzetten of onderbreken

De werknemer kan de werkgever verzoeken om het ouderschapsverlof stop te zetten of te onderbreken als:

  • de werknemer zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof wil opnemen. De werkgever heeft 4 weken de tijd om te reageren, maar hij mag het verzoek niet weigeren;
  • er sprake is van onvoorziene omstandigheden. De werkgever moet binnen 4 weken reageren. Hij mag het verzoek alleen weigeren als stoppen van het verlof het bedrijf ernstig in de problemen brengt.

Verval overblijvend ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof dat de werknemer overhoudt na stopzetting of onderbreking vervalt in de volgende situatie:

  • de werknemer heeft het ouderschapsverlof al voor 1 januari 2015 met de werkgever afgesproken, én
  • de werknemer stopt of onderbreekt het verlof door onvoorziene omstandigheden maar hij blijft voor dezelfde werkgever werken.

Eventuele delen van het verlof waarover de werknemer nog geen afspraak heeft gemaakt met de werkgever, vervallen niet.

Tijdelijk andere werktijden

Na afloop van het ouderschapsverlof gaat de werknemer weer terug naar de oorspronkelijke werktijden. Hij heeft de mogelijkheid deze werktijden tijdelijk aan te passen. Daarbij blijft het aantal uren dat de werknemer werkt hetzelfde als voor het ouderschapsverlof.
De werknemer kan de werktijden 1 jaar aanpassen. Als de werkgever akkoord gaat, kan deze periode langer duren.
De werknemer vraagt de tijdelijke aanpassing van de werktijd aan bij de werkgever. Dit doet hij 3 maanden voordat het ouderschapsverlof afloopt. De werkgever moet hier uiterlijk 4 weken voor het einde van het verlof op reageren. Hij mag het verzoek weigeren.

Vakantie- en feestdagen
Tijdens het ouderschapsverlof bouwt de werknemer geen vakantiedagen op. Als de werknemer gedeeltelijk blijft werken, dan bouwt hij over de uren die hij werkt wel vakantiedagen op.
De werkgever mag ouderschapsverlof niet aftrekken van de vakantiedagen.
Het hangt af van de afspraken met de werkgever of de verlofdag vervalt op een feestdag. Afspraken hierover kunnen ook in uw cao staan.

Ontslag of nieuwe werkgever
Als de werknemer wordt ontslagen, stopt het ouderschapsverlof op de 1e dag van werkloosheid.
Als de werknemer een nieuwe baan heeft en nog ouderschapsverlof over, dan kan hij dit verlof opnemen bij de nieuwe werkgever.

Ouderschapsverlof berekenen
Het recht op ouderschapsverlof bedraagt 26 keer het aantal uren dat de werknemer per week werkt. Werkt de werknemer bijvoorbeeld 32 uur per week, dan heeft hij recht op 26 keer 32 uur ouderschapsverlof. Uitgangspunt is het aantal werkuren per week dat is afgesproken in de arbeidsovereenkomst.

Meer of minder werken
Als de werknemer meer of minder uren werken en heeft hij nog ouderschapsverlof over? Dan is een nieuwe berekening nodig van het aantal uren verlof waar hij nog recht op heeft. Want het verlof hangt af van het aantal uren dat iemand per week werkt.

Verschillende werkgevers
Werkt de werknemer bij verschillende werkgevers? Dan heeft hij bij elke werkgever recht op ouderschapsverlof. Dat verlof hoeft hij niet gelijktijdig op te nemen.
Werkt hij bijvoorbeeld bij de ene werkgever 5 uur en bij de andere werkgever 20 uur? Dan heeft de werknemer bij de ene werkgever 26 x 5 uur recht op verlof en bij de andere werkgever 26 x 20 uur recht op verlof.

Deel verlof opgenomen voor 2009
Heeft de werknemer al voor 1 januari 2009 een deel van uw ouderschapsverlof opgenomen? Dan heeft hij recht op 13 weken verlof. Bij de berekening van het verlof gaat de werknemer uit van het aantal werkuren zoals afgesproken in de arbeidsovereenkomst.
Voor de werknemer gelden nog de vroegere regels. Hij mag:

  • het verlof over een langere periode dan 6 maanden verdelen;
  • meer uren verlof per week opnemen. Bijvoorbeeld fulltime verlof;
  • het verlof opsplitsen in 2 of 3 delen (elk deel moet minimaal 1 maand duren).

Geen salaris over uren ouderschapsverlof
De werknemer heeft geen recht op salaris voor de uren waarvoor de werknemer ouderschapsverlof opneemt. Sommige werkgevers betalen het loon (gedeeltelijk) door tijdens het verlof. Dit hangt af van de cao of van aanvullende arbeidsvoorwaarden. Omdat het inkomen daalt, kan de werknemer mogelijk een (hogere) toeslag of uitkering krijgen.

Ziekte

Wordt de werknemer ziek tijdens het ouderschapsverlof? Dan betaalt de werkgever alleen de uren door die de werknemer zou werken. Het verlof loopt gewoon door, ook als de werknemer ziek is door zwangerschap of bevalling.

Ouderschapsverlofkorting afgeschaft
Sinds 1 januari 2015 is de ouderschapsverlofkorting afgeschaft. De korting betekende dat de werknemer minder inkomstenbelasting hoefde te betalen tijdens het ouderschapsverlof.
Klik hier voor meer informatie

Bron: Over Salarisadministratie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *