Nieuwsbrief november – Onbelaste thuiswerkvergoeding, kerstpakket in de loonheffing, hybride warmtepomp met vakantiedagen betalen en Pauline stelt zich voor.

Beste lezer,

Langzaam gaan we alweer richting het einde van het jaar. Voor de één eindejaarsdrukte, voor de ander een mooi moment om alles bij te werken en na te denken over 2023. In deze nieuwsbrief vertel ik jullie meer over het gezicht achter Korento: Marion Westerbeek, hoe het zit met de WW-premie tijdens korte dienstverbanden, jongeren die vaker naar kantoor gaan en verruiming WKR 2023.

Wist je dat we opzoek zijn naar nieuwe collega’s? Zo hebben we een vacature voor een Financieel Consultant en Administratief medewerker (financieel/salaris). Heb je interesse of ken je iemand die interesse heeft? Neem contact op met onze recruiter: Janneke.

Lees dit en andere nieuwtjes in onze nieuwsbrief.

Met vriendelijke groet,

Evelien Walsh

In deze nieuwsbrief:


Even voorstellen – Pauline Oosterbroek

Mijn naam is Pauline Oosterbroek. Ik ben 45 jaar en woon samen met mijn vriend Bart en 5 kids in het mooie Rhenen. Sinds augustus 2020 ben ik werkzaam als Senior Payroll Consultant bij Korento.

Binnen Korento richt ik mij op de volledige salarisadministratie bij verschillende klanten, met name de zorgsector. Ik werk hierbij met het softwarepakket van Visma | Raet.

Met inmiddels ruim 20 jaar in het vak te zitten en inmiddels ook ruim 20 jaar werk met de software van Visma | Raet heb ik de nodige kennis en ervaring met me meegenomen.

Werken bij Korento betekent voor mij heel veel afwisseling. Of ik nu bij de klant zit of gewoon bij ons op kantoor in Arnhem. Geen dag is hetzelfde.

In mijn vrije tijd (die erg schaars is) loop ik graag hard. Ga ik graag naar de sauna en drink ik graag een wijntje op het terras.

Ben je benieuwd wat ik voor jouw organisatie kan betekenen? Bel naar 06-34344559 of mail naar p.oosterbroek@korento.nl


Onbelaste thuiswerkvergoeding bedraagt € 2,15 per 2023

De onbelaste thuiswerkvergoeding bedraagt per 2023 € 2,15. Dat is net iets meer dan het eerder verwachte bedrag van € 2,13. Dat komt door een afrondingskwestie.

De gerichte vrijstelling in de WKR voor de thuiswerkvergoeding is per 1 januari 2022 geïntroduceerd. Bij de introductie is vastgelegd dat dit bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd aan de hand van de ‘tabelcorrectiefactor’. Daarmee wordt rekening gehouden met de inflatie. Dat is anders dan bijvoorbeeld met de onbelaste reiskostenvergoeding. Om die te verhogen is een wetswijziging nodig. Met de tabelcorrectiefactor van 1,063, komt het vrijstellingsbedrag voor de thuiswerkvergoeding op € 2,13. In 2022 is het bedrag € 2,00. 

Thuiswerkvergoeding wordt afgerond naar boven

Maar in het Belastingplan 2022, waarin de introductie van de thuiswerkvergoeding is geregeld, is opgenomen dat het bedrag na toepassing van de correctiefactor naar boven afgerond wordt op een veelvoud van 5 eurocent. Dit is ten behoeve van de uitvoeringspraktijk. Vandaar dat het bedrag van de gerichte vrijstelling voor de thuiswerkvergoeding (infographic) per 1 januari 2023 uitkomt op € 2,15. Dit bedrag staat ook genoemd in de Nieuwsbrief Loonheffingen 2023, die de Belastingdienst publiceerde. 

FNV pleitte voor onbelaste thuiswerkvergoeding van € 6

Vakbond FNV pleitte er eerder nog voor de onbelaste thuiswerkvergoeding uiterlijk per 2023 te verhogen van naar € 6 per dag. Volgens de vakbond is de huidige regeling niet toereikend en zouden werknemers de reëel gemaakte thuiswerkkosten vergoed moeten krijgen. En die kosten liggen momenteel een stuk hoger dan toen het Nibud in augustus 2021 voor het eerst een berekening van de thuiswerkkosten maakte.


Kerstpakket in de loonheffingen: zo moet dat!

Als een werkgever aan zijn werknemers een kerstpakket uitdeelt, moet hij de waarde van dat pakket op de juiste manier opnemen in de administratie. Doet hij dat niet, dan moet de ontvanger er belasting over betalen en dat maakt een kerstgeschenk een stuk minder zalig.

Deelt een organisatie een kerstpakket uit aan werknemers, dan is het niet de bedoeling dat de waarde van zo’n pakket bij het belaste loon van de werknemer wordt geteld. In dat geval zou de de werknemer er immers uiteindelijk zelf inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over betalen. Om kerstpakketten onbelast te laten, moet de werkgever ze aanwijzen als eindheffingsloon en onderbrengen in de vrije ruimte. Ook voor de werkgever is dit gunstig: er zijn dan geen werkgeverslasten verschuldigd over de waarde van de pakketten. De werkgever betaalt er alleen 80% eindheffing over als hierdoor de vrije ruimte van de werkkostenregeling (tool) wordt overschreven. 

Eindheffing voor geschenken aan derden

Krijgen uitzendkrachten en freelancers die voor een werkgever werken hetzelfde kerstpakket, dan is het gebruikelijk dat de werkgever de eindheffing hierover voor haar rekening neemt. Voor het berekenen van de eindheffing voor geschenken aan derden is de waarde van het geschenk van belang.

  • Is de waarde van het geschenk niet meer dan € 136, dan geldt een eindheffingstarief van 45%.
  • Is de waarde hoger dan € 136, dan is over de volledige waarde van het geschenk – en dus niet alleen over het deel boven de € 136 – 75% eindheffing verschuldigd.

In de loonaangifte moet het bedrag van de eindheffing worden vermeld in de rubriek ‘eindheffing publiekrechtelijke uitkeringen en tijdelijke knelpunten van ernstige aard’. De organisatie moet de freelancer of uitzendkracht bovendien laten weten dat de eindheffing al is afgedragen.


Nieuwe regels gelden ook bij nevenwerk vóór augustus 2022

Als een werkgever een werknemer wil verbieden om werkzaamheden voor een ander of eigen bedrijf te verrichten, heeft hij sinds 1 augustus 2022 een ‘objectieve rechtvaardigingsgrond’ nodig. Dit geldt ook als er vóór 1 augustus 2022 al afspraken over nevenwerk zijn gemaakt.

In een recente zaak wilde een vervoersbedrijf een arbeidsongeschikte buschauffeur ontslaan. De zaak belandde uiteindelijk bij het gerechtshof in Leeuwarden. Eén van de ontslaggronden waar de werkgever zijn verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op baseerde, was verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (artikel). De werkgever haalde hierbij aan dat de werknemer na een ziekmelding nevenwerkzaamheden had verricht, terwijl er in de cao Multimodaal vervoer stond dat de werknemer voor nevenwerk toestemming van de werkgever nodig had. De werkgever ontdekte dit door de inzet van een recherchebureau (artikel).

Werknemer valt terug op artikel 7:653a BW

De werknemer had eerder al eens schriftelijke toestemming gekregen voor de werkzaamheden voor zijn eigen garagebedrijf, maar volgens de werkgever was de omvang van die nevenwerkzaamheden toegenomen en moest de werknemer daarom opnieuw om toestemming vragen. Daarnaast had de werknemer om toestemming moeten vragen voor verhuuractiviteiten voor zijn camper. Ter verdediging beriep de werknemer zich op artikel 653a van Burgerlijk Wetboek 7. Dit artikel, dat sinds 1 augustus 2022 in de wet is opgenomen (artikel), regelt dat een verbod op het verrichten van nevenwerk nietig is, tenzij de werkgever dit beding (achteraf) kan rechtvaardigen met objectieve redenen. Denk aan de gezondheid van de werknemer of het naleven van de Arbeidstijdenwet.

Geen objectieve rechtvaardiging voor verbod nevenwerk

Hoewel de nevenwerkzaamheden ruim vóór 1 augustus 2022 begonnen, oordeelde het hof dat de werknemer terecht een beroep deed op het nieuwe wetsartikel. In procedures passen rechters nu de nieuwe regels toe (toolbox), ook als het gaat om nevenarbeid(bedingen) van vóór 1 augustus 2022. En dus hebben werkgevers een objectieve rechtvaardiging nodig. In deze zaak toonde de werkgever niet aan dat op grond van objectieve redenen de verhuuractiviteiten van de camper niet zouden mogen. Dat de werknemer geen toestemming had gevraagd, was dus niet aan te merken als verwijtbaar handelen. Voor zijn garagebedrijf had de werknemer eerder al toestemming ontvangen. De werkgever toonde niet aan dat een uitbreiding van dit nevenwerk de inzetbaarheid van de werknemer als buschauffeur belemmerde of schadelijk was voor zijn gezondheid. Omdat ook de andere ontslaggronden niet voldragen waren, werd het ontbindingsverzoek afgewezen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 oktober 2022, ECLI (verkort): 9231



De KOR in de BTW toepassen per 2023? Tijdig aanmelden!

Ondernemers die met ingang van 1 januari 2023 de kleineondernemersregeling (KOR) in de BTW willen toepassen, moeten zich op tijd melden bij de Belastingdienst. Uiterlijk 2 december 2022 moet de aanmelding binnen zijn.

Toepassing van de KOR (infographic) kan ondernemers met relatief weinig BTW-omzet een hoop papierwerk schelen. Dankzij de KOR hoeft de ondernemer geen BTW-aangifte te doen, en geen BTW te berekenen aan klanten. Daar staat tegenover dat de ondernemer ook geen BTW meer mag aftrekken.

KOR ook voor zzp’er, bv en stichting

Naast eenmanszaken kunnen ook bv’s, stichtingen en verenigingen gebruikmaken van de regeling. Of zij de KOR kunnen toepassen is afhankelijk van de omzet. Ondernemingen die in een jaar minder dan € 20.000 omzet (exclusief BTW) draaien, kunnen voor de KOR kiezen. Deze keuze geldt voor drie jaar. Een ondernemer die met ingang van 2023 de KOR instapt, moet de regeling dus minstens tot en met 2025 toepassen. Stapt een ondernemer uit de regeling, dan mag hij de KOR ook drie jaar niet toepassen.

Aanmelden voor de KOR, en tijdig afmelden

De aanmelding loopt via een formulier op de website van de Belastingdienst. De melding moet uiterlijk vier weken voor de start van het aangiftetijdvak waarin de KOR moet ingaan binnen zijn bij de fiscus. Voor het tijdvak dat op 1 januari 2023 start, is dat dus uiterlijk 2 december 2022. De ondernemer krijgt dan een brief van de Belastingdienst met de definitieve ingangsdatum van de KOR. Tot die tijd moet de ondernemer gewoon de BTW-aangifte (toolbox) blijven doen.
Als de omzet in een jaar boven de € 20.000 uitkomt, moet de ondernemer zich ook direct afmelden voor de KOR. De omzet die de onderneming maakt na de overschrijding valt niet meer onder de regeling, en de ondernemer moet daarbij dus ook direct weer BTW gaan berekenen.

Is de keuze voor de KOR in de BTW voordelig?

Het is van groot belang om vooraf goed af te wegen of de toepassing van de KOR voordelig is. Dat een deelnemer van de KOR geen BTW mag aftrekken kan erg nadelig uitpakken. Als een ondernemer bijvoorbeeld veel investeringen op de planning heeft staan voor 2023 is het onvoordelig om voor de KOR te kiezen. De betaalde BTW op die investeringen is dan namelijk niet aftrekbaar. Of stel dat een ondernemer in 2022 een moeizaam jaar heeft gehad en onder de omzetgrens van € 20.000 uitkomt. Als die ondernemer verwacht dat de omzet in de loop van volgend jaar weer aantrekt, is een keuze voor de KOR niet handig. De ondernemer moet dan gedurende het jaar alsnog een BTW-administratie (toolbox) bij gaan houden, BTW-aangifte doen én hij mag drie jaar geen gebruikmaken van de KOR.


Hybride warmtepomp betalen met je vakantiedagen, zo werkt het

Veel mensen kunnen niet zomaar in één keer 5000 euro op tafel leggen voor de aanschaf van een hybride warmtepomp. Daar is iets slims op bedacht. Je kunt via je werkgever met een belastingvoordeel van maximaal 50 procent een hybride warmtepomp aanschaffen. Je betaalt de helft van de kosten met je vakantiedagen of je persoonlijk budget. Een soort fietsplan, maar dan voor je hybride warmtepomp.

Vanaf 2026 worden huiseigenaren verplicht om bij vervanging van hun cv-installatie minimaal een hybride warmtepomp te laten installeren. Een hybride warmtepomp wordt geplaatst naast je gasgestookte HR-ketel.

Daarnaast krijg je een buitenunit in je tuin of op je dak. Alleen op heel koude dagen (van net boven nul of kouder) moet je CV-ketel bijspringen om je huis met gas te verwarmen. De rest van het jaar zorgt de warmtepomp voor de verwarming van je woning en bespaar je gas.

7 jaar lang 1,9 vakantiedagen

95 procent van alle huizen is geschikt voor de plaatsing van een hybride warmtepomp. Je huis hoeft niet zo extreem goed geïsoleerd te zijn zoals noodzakelijk is bij een volledig elektrische warmtepomp. Maar hoe beter je huis is geïsoleerd, des te minder gas gebruikt de hybride warmtepomp.

Normaal kost een hybride warmtepomp zo’n 5000 euro. Je kunt hem via je werkgever aanschaffen met een fors belastingvoordeel. Je betaalt de warmtepomp terug aan je baas met je brutoloon of je levert 7 jaar lang 1,9 vakantiedagen per jaar in. Ook kun je overuren of je dertiende maand gebruiken. Je krijgt maximaal de helft van de fiscus terug en dan betaal je netto nog maar 2500 euro voor je hybride warmtepomp.

Sander Vaneker heeft gebruik gemaakt van deze gunstige regeling: “Ik had gelezen over de warmtepomp via de baas. Dus ik dacht: ik heb een baas en ga eens informeren. Toen bleek dat dit inderdaad mogelijk is en dat was toch wel het beslissende zetje.”

Sander werkt toevallig als ambtenaar bij de Belastingdienst. In de cao voor ambtenaren staat dat je een deel van je Individuele Keuze Budget (IKB) kunt gebruiken voor het verduurzamen van je woning, bijvoorbeeld door je huis te isoleren of te voorzien van een warmtepomp of zonnepanelen. 

50 tot 70 procent minder gasverbruik

Vaneker verstookt jaarlijks zo’n 2000 kuub gas in zijn woning uit de jaren 30 in Enschede. Hij hoopt met zijn hybride warmtepomp fors op zijn gasgebruik te besparen. “Dat gaat zeker lukken”,  zegt Rick Bruins van Remeha, de leverancier van de hybride warmtepomp. “Je bespaart met zo’n warmtepomp tussen de 50 tot 70 procent op je gasverbruik. De precieze energiebesparing ligt aan hoe goed je huis is geïsoleerd.”

Een hybride warmtepomp verbruikt wel extra stroom; grofweg zo’n 3 kWh elektriciteit per kuub gas. Deze elektriciteit kun je zelf opwekken door zonnepanelen op je dak te leggen. Met zes tot acht zonnepanelen compenseer je het volledige elektriciteitsverbruik van de hybride warmtepomp.

Vanaf 2023 geen btw meer op zonnepanelen

Sander Vaneker heeft naast zijn hybride warmtepomp inmiddels zes zonnepanelen besteld. Vanaf 1 januari 2023 betaal je ook geen btw meer op de aanschafsprijs van je zonnepanelen. Dus dit was het geschikte moment.

HAASheat bedacht deze fiscaal gunstige regeling samen met de accountants van EY, want het moet belastingtechnisch wel kloppen. Je zit niet te wachten op naheffingen van de Belastingdienst. Je kunt de regeling een beetje vergelijken met het afgeschafte pc-privéproject of het populaire fietsplan, maar dan voor hybride warmtepompen.

Volgens Dennis Blaauwbroek van HAASheat is deze regeling extra interessant voor werknemers met een laag inkomen. Je kunt met een (gezamenlijk inkomen) tot 45.000 euro een lening afsluiten tegen 0 procent rente via het Warmtefonds

Blaauwbroek rekent voor: wie een (gezamenlijk) inkomen tot 45.000 euro heeft sluit via het Warmtefonds een lening af van 50 tot 60 euro per maand. Via het fiscale voordeel van je werkgever betaal je netto maar 25 tot 30 euro per maand. En vanaf dag één gaat je gasrekening naar beneden. Met de hoge energieprijzen van wel 2 tot 3 euro per kuub gas heb je je investering in één of twee jaar terugverdiend.

De regeling is niet alleen voor grote bedrijven zoals ABN AMRO, die als eerste meededen aan een proefproject, of voor medewerkers van de overheid. Ook kleine bedrijven met vier tot vijf werknemers zijn geschikt, zolang er fiscale ruimte is in de werkkostenregeling (WKR).

45 procent geen geld voor warmtepomp

HAASheat hoopt dat op deze manier meer mensen een hybride warmtepomp kunnen betalen. Onlangs bleek uit een onderzoek van Kadasterdata.nl onder 1069 Nederlandse huiseigenaren dat geld een belangrijke rol speelt. Zo’n 45 procent van de ondervraagden zegt onvoldoende geld te hebben voor de aanschaf en installatie van een hybride warmtepomp. 

Bron: HR Rendement en MSN.com