- Percentage eigenwoningforfait in 2020 0,15% lager
- Steeds meer vraag naar verslavingszorg
- Zieke werknemer heeft recht op auto van de zaak
- AP int dwangsom voor overtreding AVG
- Checklist voor vooroverleg met de Belastingdienst
- Korento zoekt zzp’ers
- Vacature Junior Consultant
Percentage eigenwoningforfait in 2020 0,15% lager
In het Belastingplan 2019 wordt waarschijnlijk opgenomen dat voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 (bedragen 2018) het eigenwoningforfait vanaf 2020 met 0,15%-punt omlaag gaat naar 0,55%.
Een belastingplichtige die in het bezit is van een eigen woning met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000, moet dit jaar rekening houden met een eigenwoningforfait van 0,70%. De hoogte van dit eigenwoningforfait is afhankelijk van de ontwikkeling van de WOZ-waarden en de huren.
Het percentage waartegen de kosten van de eigen woning aftrekbaar zijn gaat echter straks door de invoering van de vlaktaks harder en sneller omlaag dan eerst de bedoeling was. Dit kan een reden zijn dat ervoor gekozen is om in het Belastingplan 2019 op te nemen dat het eigenwoningforfait voor de categorie huizen met een waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 in 2020 verlaagd wordt met 0,15% tot 0,55%.
Afbouw Hillen-aftrek vanaf 2019
Eigenaren van woningen die in aanmerking komen voor de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld – de zogeheten Hillen-aftrek – krijgen vanaf 2019 te maken met de afbouw van deze aftrek. Deze wordt in dertig gelijke stappen van 3?% afgebouwd naar nul.
In 2019 zal er een evaluatie over de fiscale behandeling van de eigenwoningregeling plaatsvinden, heeft de staatssecretaris van Financiën toegezegd. Daarbij komt onder andere de complexiteit van de regeling voor belastingplichtigen én de Belastingdienst aan bod.
Op basis van de verwachte zorgbehoefte, adviseert het Capaciteitsorgaan aan het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport wat de gewenste instroom is voor medische opleidingen. Omdat gegevens ontbraken om een gedegen advies te geven voor de instroom van verslavingsartsen, heeft Nivel (het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) gegevens verzameld die het Capaciteitsorgaan helpen om een advies te kunnen geven. Die gegevens zijn gepresenteerd in het rapport De arbeidsmarkt voor verslavingsartsen in Nederland. Eén van de conclusies die de onderzoekers in het rapport trekken, is dat de vraag naar verslavingszorg de komende jaren een groeispurt zal maken. Als er niet wordt ingegrepen, groeit ook het aanbod van artsen wel, maar lang niet voldoende om aan de vraag te kunnen voldoen.
Vergrijzing
Om te bepalen hoe de vraag naar verslavingszorg zich zal gaan ontwikkelen, hebben de onderzoekers gegevens gebruikt uit het Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem (LADIS). Puur kijkend naar de demografische ontwikkelingen, waarin te zien is dat de grootste groep mensen die gebruik maakt van verslavingszorg tussen de 40 en 59 jaar is, zou je verwachten dat de vraag in de toekomst gaat dalen. Onderzoeker Ronald Batenburg: ‘De samenleving vergrijst en als je kijkt naar de mensen die gebruik maken van verslavingszorg, zie je dat de groep 65plussers, na de groep onder de 15, het kleinst is. Op basis van alleen de vergrijzing zou je dus verwachten dat de vraag naar verslavingszorg de komende vijf tot twintig jaar zal dalen.’
Vraag naar verslavingszorg neemt toe
Maar er spelen naast vergrijzing nog andere trends. Je kunt namelijk niet één op één concluderen dat de huidige generaties hetzelfde zijn als de volgende. Daarom hebben de onderzoekers ook gekeken naar verschillen in generaties. Batenburg: ‘Dan blijkt dat de groep die er in de demografische ontwikkelingen ook al bovenuit stak, de groep tussen de 40 en 59 jaar, nu disproportioneel gebruik maakt van verslavingszorg. Bovendien hebben zij altijd meer gebruik gemaakt van verslavingszorg dan generaties die voor of na hen op dezelfde leeftijd gebruik maakten van verslavingszorg. Op basis van die informatie kunnen we concluderen dat het gebruik van verslavingszorg, ondanks de vergrijzing, juist gaat toenemen.’
Taboe
Het sociaal-culturele beeld dat de onderzoekers bekeken hebben, draagt ook bij aan die toenemende vraag naar verslavingszorg. Zo is de drempel naar verslavingszorg lager geworden, neemt het taboe af en wordt de weg naar zorg steeds beter georganiseerd. ‘Je ziet een trend waarin mensen eerder of vaker hulp zoeken en dat zorgt voor een opstuwende vraag. Verslavingsartsen die we hebben gesproken, zien dit ook gebeuren in hun praktijk.’
Drugsgebruik wordt steeds gewoner
En hoe zit het met de twintigers en dertigers van nu, onder wie gebruik van harddrugs, bijvoorbeeld cocaïne of XTC, inmiddels bijna net zo gewoon is als het drinken van een biertje? Dat is volgens Batenburg lastig te zeggen. ‘De LADIS gegevens zijn gebaseerd op mensen die in een instelling, kliniek of ambulante zorg terecht komen en bieden dus geen zicht op mensen die wel verslaafd zijn maar geen hulp krijgen of zoeken. Die generatie twintigers en dertigers is een potentiele groep die uiteindelijk ook hulp nodig kan hebben, net als het generatie-effect van de 40 tot 59jarigen leidt tot meer gebruik. Maar daar kun je eigenlijk pas echt iets over zeggen als je over tien jaar weer eenzelfde onderzoek doet. Latere cohorten moeten zich nog bewijzen. Want blijft deze generatie gebruiken? Raken ze verslaafd? En zoeken ze hulp?’
Preventie
Ongeacht wat die nieuwe generatie wel of niet voor effect zal hebben, de vraag naar verslavingszorg zal naar verwachting stijgen. En die vraag stijgt sneller dan het aanbod aan verslavingsartsen. Dat betekent dus dat er meer artsen opgeleid moeten worden. Dan kan het gat dat in de toekomst dreigt, gedicht worden. Maar hoe zit het met preventie? Waar wellicht een taak voor sociaal werkers ligt? Batenburg: ‘Meer aandacht voor preventie zou kunnen helpen. Als dat ertoe leidt dat alcohol- of drugsgebruik afneemt, zal de vraag naar verslavingszorg minder hard stijgen. En net zoals met alles geldt ook hier: voorkomen is beter dan genezen.’
Wees alert
Een tip die Batenburg vooral wil meegeven, is dat we met elkaar alert moeten zijn. ‘Veel verslavingsartsen gaven aan dat ze het nu al nauwelijks bij kunnen benen. Zij zien dat zij ook een rol kunnen vervullen in andere sectoren, zoals de ggz of de gehandicaptenzorg, maar daar komen ze vanwege hun hoge caseload nu niet aan toe. Zij kunnen niet al het werk doen dus ook andere professionals moeten alert zijn op tekenen van verslaving en op basis daarvan handelen.’
Zieke werknemer heeft recht op auto van de zaak
Het bedrijf waar de man werkt gaf de auto in bruikleen, plus een tankpas en een mobiele telefoon. Toen de man vanwege ziekte thuis kwam te zitten, en het bedrijf de auto nodig had vanwege een overname, moest de werknemer het voertuig inleveren. Ook zijn tankpas en mobiele telefoon kon hij niet meer gebruiken.
Hoe oordeelt de rechter?
Tussen partijen staat vast dat de werknemer al zeer lange tijd gebruik maakt van de door de werkgever ter beschikking gestelde auto en tankpas. De werknemer mocht er dan ook vanuit gaan dat het gebruik van deze zaken een arbeidsvoorwaarde was.
Mag de werkgever deze arbeidsvoorwaarde eenzijdig wijzigen door te eisen dat de werknemer deze zaken per direct inlevert nu hij vanwege ziekte niet aan het werk is?
Teruggave van de auto was noodzakelijk vanwege overname van een ander bedrijf. Daarbij had de werknemer de auto niet meer nodig voor zijn werk omdat hij ziek thuis zat, aldus de werkgever.
Deze omstandigheden zijn volgens de rechter geen reden om de arbeidsvoorwaarde te wijzigen. De werknemer was niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en zal weer starten met re-integreren. Daarnaast maakte de werknemer ook voor privédoeleinden gebruik van de auto, ook tijdens zijn ziekte. Overname van een ander koeriersbedrijf is ook geen gegronde reden voor wijziging van de arbeidsvoorwaarde.
Aangezien het om een ontoelaatbare eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarde gaat, heeft de werknemer recht op een schadevergoeding.
AP int dwangsom voor overtreding AVG
In een zaak die al dateert van 2016 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een dwangsom geïnd wegens een overtreding van de AVG. Theodoor Gilissen Bankiers moet een bedrag van € 48.000 overmaken wegens het onjuist behandelen van een inzageverzoek.
Vermogensbeheerder Theodoor Gilissen – inmiddels van naam veranderd en nu InsingerGilissen geheten – heeft € 48.000 moeten betalen wegens overtreding van de AVG. Al in 2016 deed een klant van deze bank een inzageverzoek in de gegevens die over hem waren vastgelegd. Zo’n verzoek hoeft niet gemotiveerd te worden. De klant wilde niet alleen een overzicht van zijn persoonsgegevens, maar ook afschrift van chatberichten tussen hem en de bank. Bovendien wilde hij een kopie van interne instructies over afspraken die met hem gemaakt zouden moeten worden. De bank weigerde deze gegevens te overhandigen, onder andere omdat de klant er een gerechtelijke procedure mee zou willen voorbereiden. Daarnaast betwistte de bank het recht op inzage in interne stukken.
Vermoeden weegt niet zwaar genoeg
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is van mening dat de bank het recht op inzage in de vastgelegde persoonsgegevens onder de (toen nog) Wbp en AVG moet honoreren. Het feit dat de bank denkt dat deze voor iets anders gebruikt kunnen worden dan alleen controleren, weegt niet zwaar genoeg. Dit is immers niet meer dan een vermoeden. Theodoor Gilissen kreeg daarom een zogenoemde ‘last onder dwangsom’ opgelegd: de verplichting iets te regelen, met een prijskaartje voor iedere week dat dit niet gebeurde.
Maximum van € 60.000
In het geval van Gilissen was dit € 12.000 per week dat de gevraagde informatie uitbleef met een maximum van € 60.000. Uiteindelijk had de vermogensbeheerder een maand nodig om met de informatie over de brug te komen, zodat de te innen dwangsom op € 48.000 kwam. Dat bedrag is eerder deze week vastgesteld. Pas nu aan het inzageverzoek is voldaan, kan de AP uitspraak doen over de vraag of bij zo’n verzoek ook interne stukken zouden moeten worden overhandigd. Daar is mogelijk een nieuw verzoek voor nodig.
Checklist voor vooroverleg met de Belastingdienst
Als een werkgever twijfelt aan de manier waarop wet- en regelgeving in een bepaalde situatie moet worden uitgelegd, kan hij vooroverleg plegen met de Belastingdienst. Onlangs publiceerde de fiscus een checklist die werkgevers kunnen gebruiken als het vooroverleg over het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder gaat.
Een vooroverleg met de inspecteur van de Belastingdienst is een manier om vooraf informatie te krijgen over de juiste toepassing van de fiscale wetten en regels. Een werkgever kan een brief aan de Belastingdienst sturen waarin hij uitlegt wat de situatie is waarover onduidelijkheid bestaat. De inspecteur laat vervolgens weten hoe de werkgever de wetgeving moet interpreteren en hoe hij bijvoorbeeld de premies werknemersverzekeringen moet bepalen, de bijtelling voor de auto van de zaak moet berekenen of het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder (dga) moet bepalen.
Verzoek indienen op deze manier
Om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst zijn verzoek om een vooroverleg beantwoordt, moet de werkgever het schriftelijk indienen bij zijn belastingkantoor. Hij moet daarbij de volgende zaken vermelden:
- de kwestie waarover hij een standpunt vraagt;
- alle relevante feiten en omstandigheden;
- de fiscale gevolgen van de toekomstige handelingen.
Onlangs publiceerde de Belastingdienst een checklist die speciaal bedoeld is voor het indienen van een verzoek om een vooroverleg over het gebruikelijk loon van de dga. Deze checklist schrijft voor wat de werkgever in die situatie moet vermelden naast bovenstaande basisgegevens:
- een gedetailleerde omschrijving van de aard en de omvang van de werkzaamheden van de dga;
- lonen van werknemers in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
- een onderbouwing waarom dit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is;
- het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van de organisatie;
- de argumenten waarom voor de dga geen of een lager gebruikelijk loon zou moeten gelden.
Ontbreken deze gegevens, dan neemt de Belastingdienst het verzoek tot vooroverleg niet in behandeling.
Geen bezwaar mogelijk
Het antwoord van de inspecteur bevat zijn standpunt over de kwestie. De werkgever mag daaraan vertrouwen ontlenen: hij mag er vanuit gaan dat hij juist handelt als hij handelt zoals de inspecteur in het vooroverleg aangeeft. Het gaat niet om een beschikking en de werkgever kan dus geen bezwaar aantekenen tegen de informatie in het standpunt.
Korento zoekt zzp’ers
Het gaat goed met Korento! Daarom zijn wij opzoek naar ZPP’ers die voldoende kennis hebben van YouForce en HR Core (incl. business).
We hebben diverse opdrachten voor je klaar liggen. Ben je geïnteresseerd? Of ken je iemand? Mail je CV en een terugbelverzoek naar Marion Westerbeek: m.westerbeek@korento.nl
Vacature junior consultant
Voor ons kantoor in Arnhem zijn wij op zoek naar nieuwe, ambitieuze en enthousiaste collega’s, die als Junior Consultant ons team komen versterken
Bronnen van deze nieuwsbrief:
HR Rendement, Over Salaris, Zorgenwelzijn.nl