Het bruto binnenlands product (bbp) is in 2018 voor het vijfde jaar op rij gegroeid en het midden- en kleinbedrijf (ondernemingen tot 250 werknemers) is goed voor maar liefst 71% van de werkgelegenheid en 62% van de toegevoegde waarde. Dat staat in het recent verschenen ‘Jaarbericht Staat van het mkb 2019’.
In het mkb is op alle fronten groei waar te nemen: het aantal bedrijven nam toe met 5,1%, de werkgelegenheid met 2,9%, de toegevoegde waarde met 5,3% en de arbeidsproductiviteit met 2,4%. De structurele groei van mkb wordt echter geremd door lage bedrijfsinvesteringen en een krappe arbeidsmarkt. Hoewel de productiviteit van het mkb toeneemt, blijkt dat kleinere bedrijven gemiddeld een stuk minder productief zijn dan de grotere. Daarnaast groeit maar een klein deel van de ondernemingen door naar een hogere grootteklasse.
Solvabiliteits- en rentabiliteitsratio’s
Een groot deel van het mkb is kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen. Vergeleken met buitenlandse bedrijven financiert het Nederlandse mkb veel investeringen uit intern vermogen, en blijven mogelijkheden voor externe financiering onbenut. Tegelijkertijd lopen de solvabiliteits- en rentabiliteitsratio’s van het mkb gemiddeld gezien op. Dit wijst erop dat ondernemers nu weinig investeren in de groei van hun bedrijf. Het aantal financieringsaanvragen is in Nederland ook relatief laag ten opzichte van het buitenland.
Kleinere ondernemingen investeren minder
Transities zoals verduurzaming, digitalisering en globalisering vormen voor veel ondernemers een uitdaging. Cijfers laten zien dat slechts een klein gedeelte van het kleinbedrijf investeert in R&D, digitalisering, innovatie en internationalisering. Ook investeren kleinere bedrijven minder in de ontwikkeling van hun werknemers, slechts 13,6% van de werknemers in het microbedrijf ten opzichte van 19,4% van de werknemers in het grootbedrijf volgde een cursus in 2018.
Staat van het mkb
Het ‘Jaarbericht Staat van het mkb 2019’ (pdf) wordt uitgegeven door het Nederlands Comité voor Ondernemerschap, in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), wetenschappers en experts.