Onlangs informeerde minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer over de quickscan naar de effecten van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Hieruit blijkt dat werkgevers de ww-premiedifferentiatie zien als extra administratieve last, er nog geen oplossing is voor de seizoensgebonden sectoren en dat uitzendwerk en payrolling duurder is geworden.
Uit de quickscan blijkt dat veel werkgevers het schriftelijkheidsvereiste van de ww- premiedifferentiatie ervaren als een extra administratieve last. Volgens dit vereiste moeten werkgevers een ondertekende arbeidsovereenkomst opnemen in de loonadministratie. Dat bleek voor veel werkgevers lastig te regelen voor 1 januari 2020. Daarom werd de deadline met 3 maanden opgeschoven. Vanwege de coronacrisis gaf de minister de werkgevers nog eens extra tijd, en wel tot 1 juli 2020.
Nog geen oplossing voor seizoensgebonden sectoren
Voor werkgevers in de seizoensgebonden sectoren vormt de WAB een probleem, omdat zij veel met tijdelijke werknemers werken. Zij moeten daardoor bijna altijd de hoge WW-premie betalen. Minister Koolmees ging hierover in overleg met sociale partners in de Stichting van de Arbeid, maar door de drukte vanwege de coronacrisis is er nog geen oplossing. Hij streeft om de Tweede Kamer in het najaar te informeren over de uitkomst van de overleggen.
Uitzendwerk en payrolling zijn duurder geworden
Minister Koolmees geeft in de quickscan aan dat er uit de praktijk meldingen zijn gekomen dat uitzendwerk duurder is geworden en dat de payrollmaatregelen leiden tot kostenstijgingen. Zo zag de FNV een verschuiving van payrollwerk naar uitzendwerk, en van uitzendwerk naar ZZP. Een andere payrollorganisatie berekende dat de WAB leidt tot salaris- en kostenstijgingen van 6 á 10%. Dit is waarschijnlijk een gevolg van de maatregel dat payrollwerknemers recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de werkgever waar ze werken.
Vast én tijdelijk contract tegelijk zijn twee contracten
Enkele partijen hadden vragen over de situatie waarin de werkgever een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd uitbreidt via een addendum voor bepaalde tijd. De werknemer werkt dan bijvoorbeeld elke week 10 vaste uren met tijdelijk 20 extra uren. In dat geval is er sprake van twee arbeidsovereenkomsten. Voor het vaste contract geldt de lage WW-premie en voor het tijdelijke contract de hoge, geeft minister Koolmees in de quickscan aan.
Bron: HR Rendement