Overzicht: Dit effect heeft Prinsjesdag 2017 op je portemonnee

De cijfers en maatregelen vliegen je op Prinsjesdag om de oren. NU.nl legt uit wat de kabinetsplannen voor jouw portemonnee betekenen.

Overigens is Prinsjesdag dit jaar anders dan anders, omdat het kabinet demissionair is en vooral op de winkel past. Daarom zijn er geen ingrijpende beleidswijzigingen voorgesteld.

Er is dinsdag een begroting voor 2018 gepresenteerd, terwijl de formerende partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie nog onderhandelen over een regeerakkoord. Er kan dus nogal wat aan de plannen veranderen, maar dit is wat we tot nu toe weten.

 

Koopkracht

Gemiddeld genomen stijgt de koopkracht van Nederlanders volgend jaar met 0,6 procent. In dat geval groeit het inkomen harder dan het gemiddelde prijsniveau. Dit geldt voor zo’n 82 procent van alle huishoudens. Voor de rest blijft de koopkracht gelijk of is er sprake van een daling.

Huishoudens kunnen dan meer goederen en diensten kopen. Het gaat om een doorsnee toename. Per individu kan de koopkrachtontwikkeling anders uitpakken.

Voor werkenden wordt de grootste plus verwacht. Voor deze groep gaat het om een koopkrachtstijging van 0,7 procent. Zo’n 87 procent van de werkenden ziet in 2018 een verbetering tegemoet.

Uitkeringsgerechtigden gaan er met een stijging van 0,3 procent het minst op vooruit. Van deze groep krijgt waarschijnlijk 78 procent volgend jaar met een verbetering te maken.

Verder kunnen gepensioneerden een koopkrachtstijging van 0,6 procent verwachten. Ruim drie kwart van de gepensioneerden gaat erop vooruit.

Verder blijkt een kwart van de ouderen met een hoger aanvullend pensioen erop achteruit te gaan. Dit komt mede doordat pensioenfondsen de aanvullende pensioenen nauwelijks verhogen.

 Per inkomensgroep

En met name hogere inkomens zien hun situatie volgend jaar verbeteren. Huishoudens met een inkomen boven 500 procent van het wettelijk minimumloon, zien hun koopkracht met 1 procent toenemen.

De groep met een inkomen tussen 350 en 500 procent van het minimumloon, kan een plus van 0,8 procent tegemoetzien.

Huishoudens met een inkomen onder 175 procent van het wettelijk minimumloon, gaan er in 2018 naar verwachting met 0,6 procent op vooruit.

Het wettelijk minimumloon was in de tweede helft van dit jaar 1.565,40 euro per maand. De nieuwe bedragen zijn nog niet bekendgemaakt.

 

Heffingskorting

De algemene heffingskorting wordt licht verlaagd. Het gaat om een daling van 8 euro. De algemene heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekering.

Iedereen die in Nederland woont, heeft recht op deze korting. De hoogte van de korting hangt af van het inkomen en de leeftijd van de ontvanger. Hoe meer iemand verdient, hoe minder korting hij of zij krijgt.

Verder verandert er iets voor mensen die niet in Nederland wonen, maar wel inkomsten hebben waarop Nederlandse loonbelasting wordt ingehouden. Vanaf 2019 zal hun werkgever maandelijks meer loonbelasting inhouden. Deze groep ontvangt dan minder of geen heffingskortingen.

 

Ouderen

Verder gaat de ouderenkorting in 2018 met 115 euro omhoog. Maar alleenstaande ouderen krijgen juist 18 euro minder korting. De ouderenkorting is een heffingskorting voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt en een inkomen onder een bepaalde grens hebben.

Verder daalt de inkomensondersteuning AOW met 10 euro. Dit is een bedrag dat ouderen naast hun AOW-pensioen ontvangen. Welk bedrag zij ontvangen, hangt af van het aantal jaren dat zij in Nederland hebben gewoond en AOW hebben opgebouwd.

 

Ouders

Ouders onder een specifieke inkomensgrens ontvangen volgend jaar een hoger kindgebonden budget voor hun tweede kind. Dit is een bijdrage die ouders krijgen voor hun kinderen tot achttien jaar. Het maximale bedrag voor het tweede kind stijgt in 2018 met 71 euro.

Hoe hoog de toeslag is, hangt af van het inkomen en vermogen van de ouders, hoeveel kinderen zij hebben en hoe oud de kinderen zijn.

 

Zorg

Het eigen risico voor zorg uit het basispakket gaat omhoog van 385 euro dit jaar naar 400 euro volgend jaar. Voor zorg uit het basispakket betalen verzekerden de eerste 400 euro zelf. Bepaalde zorg, zoals huisartsenzorg, is uitgesloten van het eigen risico.

Verder wordt de maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden in 2018 met 131 euro verhoogd naar 1.197 euro (voor het hele jaar). Voor meerpersoonshuishoudens stijgt de maximale zorgtoeslag met 194 euro naar 2.237 euro.

Het kabinet gaat er verder van uit dat de maandelijkse zorgpremie voor een basisverzekering volgend jaar ongeveer 6 euro hoger uitvalt dan in 2017. Het gaat dan naar verwachting om een premie van 113,50 euro per maand. De premies worden overigens door zorgverzekeraars bepaald en niet door het kabinet. Uiterlijk in november maken de verzekeraars de nieuwe premies bekend. En die kunnen flink afwijken van de prognose van het kabinet.

Ook geldt er vanaf 2018 een duidelijk definitie voor geneesmiddelen die onder het verlaagde btw-tarief van 6 procent vallen. Geregistreerde geneesmiddelen (ook homeopatische middelen) met een handelsvergunning, vallen onder het tarief van 6 procent. Voor niet als geneesmiddel erkende producten, zoals tandpasta, shampoo en zonnebrandcrème, moet 21 procent btw worden betaald.

En de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw die gepensioneerden en zelfstandige ondernemers aan de Belastingdienst moeten afdragen, stijgt volgend jaar van 5,4 procent naar 5,65 procent.

Eerder werd al bekend dat Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) vanaf 2018 verplicht zijn om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel. Ook zijn er voor VvE’s opnieuw subsidies voor het stimuleren van ernergiebesparing bij woningeigenaren.

Verder is eerder bepaald dat kopers volgend jaar een hypotheek van maximaal de waarde van de woning mogen afsluiten. Zij mogen dus niet meer lenen dan het huis waard is. In 2017 gold nog een maximum van 101 procent van de waarde van de woning. Verder gaat het maximale tarief voor de hypotheekrenteaftrek verder omlaag van 50 procent naar 49,5 procent.

 

Ex-partners

De zogenoemde 10 procentregeling voor gescheiden partners gaat weer gelden. Dit was onlangs al bekendgemaakt. Deze regeling is bedoeld voor mensen met een ex-partner die na de scheiding meer is gaan verdienen.

De stijging van het inkomen van een ex kan namelijk negatieve gevolgen hebben voor toeslagen die iemand heeft ontvangen of wil aanvragen. Door de 10 procentregeling toe te passen, heeft het inkomen van de ex-partner geen invloed meer op het recht op toeslagen.

 

Zwartspaarders

Spaarders die opzettelijk vermogen hebben verzwegen en dit zelf alsnog bij de Belastingdienst melden, krijgen per januari 2018 weer een boete. Die bedraagt maximaal 120 procent van de verschuldigde vermogensbelasting. Vanaf volgend jaar vervalt namelijk de inkeerregeling.

Tot die tijd kunnen mensen nog zonder boete verzwegen vermogen opbiechten. Nu al krijgen spaarders een boete als zij pas na twee jaar laten weten dat ze niet eerlijk zijn geweest.

Als de fiscus het vermogen zelf ontdekt, is en blijft de boete ook in 2018 maximaal 300 procent van de verschuldigde belasting.

Bron: Nu.nl