Loonheffingen: denk aan privégebruik auto en gebruikelijk loon dga

Verlaging tarieven, verlenging tariefschijven, wijzigingen heffingskortingen

Het tarief in de derde schijf is per 1 januari 2016 verlaagd naar 40,40% (2015: 42%). Daarnaast loopt deze derde schijf door tot € 66.421 (2015:
€ 57.585). Deze verlaging van het tarief in combinatie met een verlenging van de tariefschijf lijkt een gunstig effect te kunnen hebben op de loonstrookjes in januari 2016, maar voor inkomens boven het minimum kon dit nog weleens tegenvallen:Auto

  • In 2016 wordt de algemene heffingskorting van € 2.242 (2015: € 2.203) namelijk volledig afgebouwd vanaf een inkomen van
    € 19.922 (2015: € 19.822) naar nihil (in 2015 stopte de afbouw nog op een algemene heffingskorting van € 1.342). Bovendien bedraagt het afbouwpercentage 4,822% (tegenover 2,32% in 2015). De afbouw gaat dus ruim twee keer zo snel als in 2015 en stopt bovendien niet totdat een heffingskorting van nihil is bereikt.
  • Daarnaast wordt weliswaar de maximale arbeidskorting voor lagere inkomens verhoogd naar
    € 3.103 (2015: € 2.220), maar wordt deze ook al vanaf een inkomen van € 34.015 (2015:
    € 49.770) met 4% afgebouwd naar nihil (in 2015 bestond nog recht op een arbeidskorting van minimaal € 184). De afbouw begint dus bij een veel lager inkomen dan in 2015 en stopt bovendien niet totdat een heffingskorting van nihil is bereikt.

Voor ouders met jonge kinderen is er nog wel een voordeeltje: de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting is verhoogd naar € 2.769 (2015: € 2.152). Dit bedrag wordt bij een lager inkomen bereikt, omdat het oplooppercentage in 2016 6,159 bedraagt (2015: 4%).

De werkbonus is een korting op te betalen belasting (een heffingskorting). De bonus kan alleen worden toegepast door werknemers van een bepaalde leeftijd en met een bepaald arbeidsinkomen. De leeftijd om de werkbonus toe te passen, is per 1 januari 2016 verhoogd van 61 jaar naar 62 jaar.

Wijziging bijtelling privégebruik auto

De CO2-grenzen en bijtellingspercentages voor auto’s die in 2016 voor het eerst op naam worden gesteld, zijn vanaf 1 januari 2016 als volgt (deze percentages blijven 60 maanden geldig):

Bijtelling CO2-uitstoot (gr/km)
4% 0
15% Van 0 tot en met 50
21% Van 51 tot en met 106
25% Vanaf 107

 

Volgens de huidige plannen geldt vanaf 2017 voor alle auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 50 gr/km een bijtellingspercentage van 22% gedurende 60 maanden.

Tip: Een nieuwe auto met een CO2-uitstoot van meer dan 106 gr/km zal volgens de huidige plannen bij aanschaf in 2017 gedurende 60 maanden onder een bijtelling van 22% vallen, terwijl diezelfde auto bij aanschaf in 2016 gedurende 60 maanden een bijtelling van 25% krijgt. Dit kan reden zijn om de nieuwe auto pas in 2017 aan te schaffen.

Gebruikelijk loon directeur-grootaandeelhouder (dga)

Dga’s hebben ook in 2016 te maken met strenge regels rondom hun loon. In 2016 moet een dga een loon ontvangen ter hoogte van het hoogste van de volgende bedragen:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
  • Het hoogste loon van de overige werknemers van de bv of de daarmee verbonden vennootschappen (lichamen). Dat zijn alle vennootschappen:
    • waarin de bv een belang heeft van minimaal 1/3,
    • die ten minste een belang hebben van minimaal 1/3 in de bv,
    • en waarin een ander een belang heeft van minimaal 1/3, terwijl deze ander ook een belang heeft van minimaal 1/3 in de bv;
  • € 44.000.

Een lager loon is mogelijk als de bv aannemelijk maakt dat het aldus vastgestelde loon hoger is dan 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het loon kan dan worden vastgesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Is echter 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager dan € 44.000, dan wordt het loon niet vastgesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, maar op het laagste van de volgende bedragen:

  • het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • € 44.000.

Voorbeeld:
Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking bedraagt € 48.000. Het loon van de meest verdienende werknemer bedraagt € 46.000. Op grond van de hoofdregel moet het loon van de dga dan worden vastgesteld op € 46.000. De dga kan echter aannemelijk maken dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is (namelijk € 36.000). Het loon wordt ingevolge deze tegenbewijsregeling dan vastgesteld op € 44.000.

Bedraagt het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking uit dit voorbeeld echter € 42.000, dan mag het loon ingevolge de tegenbewijsregeling worden vastgesteld op € 42.000.

Andere regels verzekeringsplicht werknemersverzekeringen dga

De regeling aanwijzing dga geeft regels wanneer een dga wel of niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Deze regeling is vanaf 1 januari 2016 op een aantal punten gewijzigd. De volgende dga’s zijn vanaf 1 januari niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen:

  • De bestuurder die, al dan niet samen met zijn partner, een dusdanig aantal aandelen bezit dat hij over zijn eigen ontslag kan beslissen of niet tegen zijn wil ontslagen kan worden.
  • De bestuurder die, al dan niet samen met zijn partner en (aangetrouwde) familie tot en met de 3e graad, een dusdanig aantal aandelen bezit die ten minste 2/3 van de stemmen vertegenwoordigen zodat hij (al dan niet met zijn familie) over zijn eigen ontslag kan beslissen of niet tegen zijn wil ontslagen kan worden.
  • De bestuurders die een gelijk of bijna gelijk deel van het kapitaal bezitten en tezamen alle aandelen in de vennootschap bezitten.

Het voorgaande geldt ook voor een bestuurder die via een rechtspersoon waarvan hij bestuurder is of via een vennootschap waarin hij aandelen bezit een dusdanig invloed heeft in de vennootschap dat hij over zijn eigen ontslag kan beslissen of niet tegen zijn wil ontslagen kan worden.

De bestuurder moet statutair bestuurder zijn, dat wil zeggen bij eerste oprichting van de vennootschap of later door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zijn benoemd als bestuurder. Voorts moet de bestuurder ten minste direct of indirect aandelen bezitten in de vennootschap. Het beslissen over eigen ontslag of het niet tegen zijn eigen wil ontslagen kunnen worden, moet worden beoordeeld op grond van de statuten. Een eventuele aanvullende (niet-statutaire) stemovereenkomst wordt voor de beoordeling van de werknemersverzekeringen niet meegenomen.

Let op! De beoordeling van verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen is niet eenvoudig. Neem daarom voor meer informatie contact op met onze adviseurs.

Inlenersaansprakelijkheid

Als u weleens personeel inleent voor uw onderneming loopt u het risico op hoge boetes. U kunt aansprakelijk worden gesteld voor de door de uitlener te betalen afdracht van loonheffingen en btw als u de zaken niet goed geregeld heeft. Ook moet u ervoor waken dat u met een geregistreerde uitlener zaken doet (www.waadicheck.nl).

Van inlenen is sprake als personeel dat in dienst is bij een andere ondernemer in uw onderneming onder uw leiding of toezicht werkzaamheden verricht. De andere ondernemer kan een uitzendbureau zijn, maar bijvoorbeeld ook een collega-ondernemer die zijn personeel (tijdelijk) aan u uitleent.

Let op! De aansprakelijkheid geldt voor loonheffingen en btw. Indien de verleggingsregeling van toepassing is, geldt de aansprakelijkheid niet voor de btw.

Per 1 januari 2016 is de G-rekening 1.5 ingevoerd. De G-rekening 1.5 is een sobere basisvariant van de huidige G-rekening, waarbij een aantal noodzakelijke functies is gemoderniseerd en geautomatiseerd. De mutaties op de G-rekening worden door de banken geautomatiseerd bijgehouden en verzonden naar de Belastingdienst. De hoofdfunctie van de G-rekening, de vrijwarende werking, blijft intact. Tegelijkertijd met de invoering van de G-rekening 1.5 is vanaf 1 januari 2016 ook de mogelijkheid om rechtstreeks vrijwarend te storten op zogenaamde WKA-depots bij de Belastingdienst vervallen.

Stand van zaken crisisheffing
De crisisheffing is een heffing die in 2013 en 2014 geheven werd van de werkgever die werknemers in dienst had die in het voorafgaande jaar een loon genoten hoger dan € 150.000 per jaar. De heffing bedroeg 16% van het deel van het loon boven € 150.000. Werkgevers hebben massaal bezwaar gemaakt tegen de crisisheffing. Onlangs heeft een advocaat-generaal een advies aan de Hoge Raad gegeven dat voor sommige werkgevers een gunstige uitkomst kan betekenen.

In het advies van de advocaat-generaal is opgenomen dat de terugwerkende kracht van de crisisheffing 2013 niet is toegestaan. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, mag het loon van werknemers dat voor 25 mei 2012 al hoger was dan € 150.000 niet in de crisisheffing worden betrokken. Voor de crisisheffing 2014 betekent dit dan dat waarschijnlijk het loon van werknemers dat voor 17 september 2013 al hoger was dan € 150.000 niet in de crisisheffing mag worden betrokken.

Let op! Adviezen van een advocaat-generaal worden vaak, maar niet altijd door de Hoge Raad overgenomen. Het is daarom wachten op de definitieve beslissing van de Hoge Raad.

Contractloon en contracturen per week in aangifte loonheffingen
Vanaf 1 januari 2016 moet u in uw aangifte loonheffingen het contractloon en de contracturen per week van uw werknemers invullen. Het contractloon is het vaste brutoloon dat u met uw werknemer in een individuele arbeidsovereenkomst of ingevolge een cao bent overeengekomen. De contracturen zijn het vaste aantal uren per week dat u met uw werknemer in een individuele arbeidsovereenkomst of ingevolge een cao bent overeengekomen. U vult het contractloon in dat geldt op de laatste dag van het aangiftetijdvak.

Let op! Het invullen van deze gegevens heeft geen fiscale achtergrond. Het CBS heeft de gegevens nodig als gevolg van Europese regelgeving.

Arbeidskorting op jaaropgaaf
Vanaf 2016 bent u wettelijk verplicht om de arbeidskorting die u via de reguliere tijdvaktabel heeft verrekend op de jaaropgaaf van uw werknemer te vermelden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *