{"id":2916,"date":"2018-03-28T07:54:28","date_gmt":"2018-03-28T06:54:28","guid":{"rendered":"https:\/\/www.korento.nl\/?p=2916"},"modified":"2018-06-26T10:00:26","modified_gmt":"2018-06-26T09:00:26","slug":"nieuwsbrief-maart-gratis-workshop-avg-meerlingenverlof-en-meer","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.korento.nl\/nieuwsbrief-maart-gratis-workshop-avg-meerlingenverlof-en-meer\/","title":{"rendered":"Nieuwsbrief maart – Gratis workshop AVG, meerlingenverlof en meer"},"content":{"rendered":"

\"Gegevensbescherming\"<\/a>Workshop AVG \u2013 Algemene verordening gegevensbescherming<\/h1>\n

Maandag 23 april organiseren wij voor onze klanten een workshop over de nieuwe wet AVG. Bent u al voorbereid? Als u lid bent van onze nieuwsbrief ontvangt u een uitnodiging. Bent u geen lid, maar wilt u wel graag bij onze gratis workshop zijn? Stuur dan even een mailtje naar e.walsh@korento.nl<\/a>
\n<\/p>\n


\n

<\/a><\/p>\n

Per 1 april wijzigen regels van meerlingenverlof\"Tweeling,<\/a><\/h1>\n

Om werkneemsters die in verwachting zijn van een meerling daadwerkelijk recht op langer verlof te geven, worden de regels van het meerlingenverlof aangepast. De wetswijziging geldt vanaf 1 april.<\/p>\n

Momenteel kan een werkneemster die in verwachting is van een meerling vanaf tien tot acht weken voor de uitgerekende bevallingsdatum\u00a0zwangerschapsverlof (tool)<\/a>opnemen. Een werkneemster met een eenlingzwangerschap kan dit vanaf zes tot vier weken voor de uitgerekende datum doen. Omdat het zwangerschapsverlof bij een meerling dus minimaal twee weken eerder ingaat en de minimale duur van het bevallingsverlof (tien weken) voor iedereen gelijk is, duurt in theorie het totale verlof bij een meerling langer. De praktijk blijkt anders.<\/p>\n

Bij meerling recht op in totaal 20 weken verlof<\/h2>\n

Onder de huidige regels kunnen werkneemsters bij meerlingzwangerschap \u2013 net als vrouwen die \u00e9\u00e9n kind verwachten \u2013 het bevallingsverlof verlengen met het aantal verlofdagen dat het zwangerschapsverlof minder dan zes weken heeft geduurd. Hoewel werkneemsters bij een meerling eerder met verlof gaan, bevallen zij vaak ook eerder. Daardoor duurt hun totale verlof niet (veel) langer dan bij een eenlingzwangerschap en dat was wel het doel van het\u00a0meerlingenverlof. Door de wijziging van de Wet arbeid en zorg (WAZO) per 1 april kunnen zij het bevallingsverlof verlengen met het aantal verlofdagen dat het zwangerschapsverlof minder dan tien weken heeft geduurd. Het meerlingenverlof duurt dan echt 20 weken, in plaats van de reguliere 16 weken.<\/p>\n

Maatregel opgenomen in Verzamelwet SZW 2018<\/h3>\n

Het meerlingenverlof bestaat sinds 1 april 2016. Het vorige kabinet wilde met die uitbreiding van het zwangerschapsverlof de gezondheid bevorderen van werkneemsters die een meerling verwachten, zoals een tweeling of drieling. 90% van deze werkneemsters bleek zich namelijk ziek te melden v\u00f3\u00f3r het zwangerschapsverlof. Omdat het verlof niet werkte zoals bedoeld, werd bovenstaande wijziging bedacht. Het kabinet nam deze op in het\u00a0wetsvoorstel voor langer kraamverlof. Toen dat voorstel verviel, werd de wijziging van het meerlingenverlof\u00a0overgeplaatst naar de Verzamelwet SZW 2018. De nieuwe regels kunnen daardoor per 1 april 2018 ingaan (zonder terugwerkende kracht).<\/p>\n


\n

<\/a><\/p>\n

\"Werkkostenregeling\"<\/a>Alleen kleine wijzigingen na evaluatie werkkostenregeling<\/h1>\n

De werkkostenregeling (WKR) gaat niet op de schop. Dat blijkt uit een reactie die staatssecretaris Snel van Financi\u00ebn naar de Tweede Kamer stuurde naar aanleiding van de evaluatie van de WKR. Wel zijn er concrete plannen voor een aantal kleine wijzigingen.<\/p>\n

Onlangs zijn de uitkomsten bekendgemaakt van de\u00a0Evaluatie werking Werkkostenregeling (pdf)<\/a>\u00a0die onderzoeksbureau Panteia vorig jaar in opdracht van het kabinet heeft uitgevoerd. In het Belastingplan 2015 was bepaald dat in elk geval het\u00a0noodzakelijkheidscriterium\u00a0ge\u00ebvalueerd moest worden, maar sindsdien was al besloten dat de evaluatie breder zou worden aangepakt.<\/p>\n

Drie conclusies uit de evaluatie<\/h2>\n

Het rapport bevat drie conclusies:<\/p>\n

    \n
  1. De\u00a0werkkostenregeling\u00a0heeft niet de gewenste administratieve of praktische voordelen met zich meegebracht, maar is over het algemeen ook niet complexer dan de oude regels voor vergoedingen en verstrekkingen.<\/li>\n
  2. Veruit de meeste werkgevers blijven binnen de\u00a0vrije ruimte\u00a0en hoeven dus geen 80% eindheffing te betalen. \u00a0De vrije ruimte is toereikend. Wordt de vrije ruimte een keer wel overschreden, dan komt dat meestal door een\u00a0personeelsfeest\u00a0of bedrijfsjubileum.<\/li>\n
  3. Het noodzakelijkheidscriterium werkt goed voor de apparatuur en gereedschappen die er nu onder vallen. Dit is zeker een vereenvoudiging ten opzichte van de oude regelingen, maar op administratief vlak heeft het niet tot een lastenverlichting geleid. Er is bij de meeste werkgevers geen wens of noodzaak om het aantal middelen dat onder het criterium valt, uit te breiden.<\/li>\n<\/ol>\n

    Kleine vereenvoudigingen in de werkkostenregeling<\/h3>\n

    Staatssecretaris Snel van Financi\u00ebn heeft via een brief aan de Tweede Kamer op de evaluatie gereageerd. Het kabinet sluit aan bij de conclusie van het onderzoek dat dit niet het moment is om de werkkostenregeling compleet binnenstebuiten te keren. Werkgevers zijn gebaat bij rust rond de WKR. Het kabinet stelt wel een paar kleine vereenvoudigingen voor. Zo wil de staatssecretaris onderzoeken of er draagvlak is voor de volgende aanpassingen:<\/p>\n