{"id":1409,"date":"2016-05-31T16:10:59","date_gmt":"2016-05-31T15:10:59","guid":{"rendered":"https:\/\/www.qompas-groep.nl\/?p=1409"},"modified":"2018-06-21T12:15:28","modified_gmt":"2018-06-21T11:15:28","slug":"nieuwsbrief-mei-wet-dba-kinderopvangtoeslag-loonheffingen-en-meer","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.korento.nl\/nieuwsbrief-mei-wet-dba-kinderopvangtoeslag-loonheffingen-en-meer\/","title":{"rendered":"Nieuwsbrief juni – Wet DBA, Kinderopvangtoeslag, loonheffingen en meer.."},"content":{"rendered":"

DBA: wanneer met terugwerkende kracht corrigeren?<\/h2>\n

Per 1 mei 2016 is de VAR vervallen. Vanaf dat moment kunt u alleen nog zekerheid over de loonheffingen krijgen als u werkt met door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. In de periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 krijgt u de tijd om een modelovereenkomst af te sluiten en de voorwaarden en omstandigheden eventueel aan te passen. Wordt vanaf 1 mei 2017 dan toch een dienstbetrekking geconstateerd dan zal de Belastingdienst corrigeren. Als deze dienstbetrekking in de periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 ook al bestond, zal de Belastingdienst in deze periode niet met terugwerkende kracht corrigeren, tenzij zich \u00e9\u00e9n van de drie uitzonderingssituaties zich voordoet. Dit schrijft de staatssecretaris in antwoord op Kamervragen.<\/strong>
\n<\/p>\n

De staatssecretaris beschrijft de drie uitzonderingssituaties niet in zijn antwoord, maar verwijst daarvoor naar zijn eerder gepubliceerd transitieplan. Daaruit blijkt dat het gaat om de volgende drie situaties.\"dba\"<\/a><\/p>\n

    \n
  1. Voor 1 mei 2016 beschikte de opdrachtnemer over een VAR-wuo of VAR-dga op basis waarvan de opdrachtgever vrijwaring had voor de loonheffingen, terwijl er feitelijk sprake was van een (fictieve) dienstbetrekking. De opdrachtgever en opdrachtnemer ondernemen in de periode 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geen enkele activiteit en doen geen enkele inspanning om de arbeidsrelatie zodanig vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Zij kunnen niet aannemelijk maken dat zij met elkaar in onderhandeling waren over aanpassingen in hun overeenkomst of werkwijze teneinde buiten dienstbetrekking te werken. Zij maakten ook geen gebruik van een door de Belastingdienst beoordeelde (model- of voorbeeld-)overeenkomst of hebben een daarmee overeenkomende overeenkomst afgesloten. De opdrachtgever en opdrachtnemer kiezen er tegelijkertijd niet voor om loonheffingen af te dragen of te voldoen.<\/li>\n
  2. De Belastingdienst heeft in de periode voor 1 mei 2016 al schriftelijk kenbaar gemaakt dat de bij onderzoek aangetroffen arbeidsrelaties te duiden zijn als een (fictieve) dienstbetrekking. Dat er geen gevolg aan die conclusie kon worden verbonden lag aan de vrijwarende werking van de VAR. De Belastingdienst stelt na 1 mei 2016 vast dat de feiten en omstandigheden niet afwijken van die waarover eerder schriftelijk kenbaar is gemaakt dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking en dat er geen loonheffingen worden afgedragen of voldaan. Tegelijkertijd kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer niet aannemelijk maken dat zij inspanningen hebben verricht om hun werkwijze te veranderen zodat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.<\/li>\n
  3. Er is sprake van grove schuld of opzet die door de Belastingdienst moet worden gesteld en bewezen.<\/li>\n<\/ol>\n

    Let op!\u00a0 <\/strong>Doet \u00e9\u00e9n van de hiervoor beschreven situaties zich voor dan zal de Belastingdienst met terugwerkende kracht vanaf 1 mei 2016 corrigeren. In alle overige situaties zal de Belastingdienst pas corrigeren vanaf 1 mei 2017, aldus de staatssecretaris in zijn antwoord op Kamervragen.<\/p>\n

    Bron:\u00a0SRA Nieuwsbank\u00a0<\/em><\/p>\n


    \n

     <\/p>\n

    <\/a>Kinderopvangtoeslag omhoog vanaf 2017<\/h2>\n

    Alle ouders krijgen vanaf 2017 minimaal een derde van de kosten van kinderopvang vergoed.\u00a0Ouders gaan er in de meeste gevallen op vooruit in 2017, afhankelijk van inkomen, aantal dagen opvang en het uurtarief.\u00a0De meevaller zit tussen enkele tientjes tot ruim 900 euro.<\/p>\n

    Jaarlijks komt 200 miljoen euro extra beschikbaar voor de kinderopvang.\u00a0De kinderopvangtoeslag voor ouders wordt met in totaal 136 miljoen euro verhoogd.\u00a0Daarnaast gaat de maximum uurprijs voor de kinderopvanginstellingen omhoog.\u00a0In totaal kosten deze maatregelen 180 miljoen euro per jaar. Dat meldt het\u00a0ministerie van Sociale Zaken<\/a>.<\/p>\n

    Het\u00a0Ontwerpbesluit Kinderopvangtoeslag 2017<\/a>\u00a0bevat de volgende wijzigingen:<\/p>\n

    Aanpassing kinderopvangtoeslagtabel<\/strong><\/p>\n

      \n
    1. verhogen van de toeslagpercentages in de eerste kindtabel en verhogen maximale toeslagpercentages in de tweede kindtabel;<\/li>\n
    2. verhogen van de vaste voet van 23,8 naar 33,3 procent;<\/li>\n
    3. indexering toetsingsinkomens in de toeslagtabel;<\/li>\n<\/ol>\n

      Aanpassing maximum uurprijs<\/strong><\/p>\n

        \n
      1. verhogen van de maximaal te vergoeden uurprijzen (= maximum uurprijzen) dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang met 2,5 procent in verband met het uitblijven van indexering in 2012;<\/li>\n
      2. jaarlijkse indexering van de maximaal te vergoeden uurprijzen dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang;<\/li>\n<\/ol>\n

        Recht op kinderopvangtoeslag bij werkloosheid<\/strong><\/p>\n

          \n
        1. een jaar verlenging van het gedurende zes maanden behouden van het recht op kinderopvangtoeslag bij werkloosheid.<\/li>\n<\/ol>\n

          Hogere kinderopvangtoeslag<\/strong>
          \nDe toeslagpercentages in de eerste kindtabel worden verhoogd met 2 procentpunt. Dit betekent dat ouders een hogere kinderopvangtoeslag ontvangen voor het eerste kind.
          \"Kinderopvangtoeslag\"<\/a><\/p>\n

          Voor de laagste inkomens tot 23.409 euro die recht hebben op de maximale toeslagpercentages, stijgt de eerste kindtabel met 1 procentpunt, naar 94 procent. De laagste inkomens krijgen daarmee 94 procent van de kosten van kinderopvang vergoed van de overheid.<\/p>\n

          De verhoging van de maximale toeslagpercentages met 1 procentpunt is lager dan de generieke verhoging van de eerste kindtabel met 2 procentpunt, omdat het uitgangspunt van de kinderopvangtoeslag is dat alle ouders een ouderbijdrage moeten betalen.<\/p>\n

          Een minimale bijdrage van de ouder van 6 procent voor de kosten van kinderopvang voor het eerste kind acht de regering gerechtvaardigd. Tegelijkertijd worden in de tweede kindtabel de toeslagpercentages voor de laagste inkomens verhoogd met 1 procentpunt naar 95 procent. Zo wordt tegemoet gekomen aan de beperktere stijging van de eerste kindtabel voor de laagste inkomens en wordt vastgehouden aan de systematiek dat de tweede kindtabel hogere toeslagpercentages heeft dan de eerste kindtabel.<\/p>\n

          Verhogen van de vaste voet
          \n<\/strong>Naaste de generieke verhoging van de eerste kindtabel met 2 procentpunt, wordt het minimale toeslagpercentage, de vaste voet, in 2017 verhoogd van 23,8 naar 33,3 procent. De ophoging van de vaste voet betekent dat inkomens van 99.999 euro en hoger een toeslagpercentage ontvangen van 33,3 procent.<\/p>\n

          Indexering toetsingsinkomens
          \n<\/strong>De toetsingsinkomens in de toeslagtabel worden voor 2017 ge\u00efndexeerd met 1,7 procent op basis van de gemiddelde contractloonontwikkeling.<\/p>\n

          Bron:\u00a0Over Salaris.nl<\/a><\/p>\n


          \n

          <\/a>Nieuwe Arbowet: preventie staat voorop<\/h2>\n

          Minister Asscher heeft onlangs zijn aanbiedingsbrief met nota\u2019s naar de Tweede Kamer gestuurd ten behoeve van de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet.<\/p>\n

          Met het wetsvoorstel voor\u00a0wijziging van de Arbowet<\/a>\u00a0wil de regering de preventie van beroepsziekten en arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten\u00a0in het algemeen aanpakken, en ook werken aan de preventie van te hoge werkdruk.\u00a0In zijn\u00a0brief<\/a>\u00a0gaat\u00a0Asscher dan ook in op de versterking van de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, betere preventie door\u00a0de werkgever (mede door een steviger\u00a0positie van de preventiemedewerker) en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts.<\/p>\n

          Nieuwe Arbowet<\/strong><\/p>\n

          Wat zijn ook alweer de\u00a0belangrijkste doelstellingen en wijzigingen van de nieuwe Arbowet? We zetten ze hier nog eens kort op een rij.\"arbo<\/a><\/p>\n

          Doelstellingen<\/strong><\/p>\n